DogSuppy: Wetenschappelijke verklaringen en onderbouwing voor dierenartsen 

 

Introductie

 

 

 

Honden zijn geëvolueerd als carnivoren, wat betekent dat ze een spijsverteringsstelsel hebben dat is aangepast aan het verteren van vlees. Over het algemeen hebben honden een eenvoudiger spijsverteringsstelsel dan mensen, hoewel honden niet primair afhankelijk zijn van bacteriële fermentatie voor energie (Deng et al., 2015).

In de darmen van honden spelen microbiota een belangrijke rol bij verschillende lichaamsfuncties, waaronder de spijsvertering en het immuunsysteem. De grootste kolonisatie van microben en de meeste microbiële activiteit vinden plaats in de dikke darm. Hier vindt de laatste fase van de spijsvertering plaats. Microben in de darmen zijn afhankelijk van hun gastheer voor de nodige voedingsstoffen om microbiële groei te bevorderen. We kunnen de darmmicrobiota beïnvloeden met behulp van prebiotica, probiotica of synbiotica. Als reactie hierop produceren bacteriën kleine moleculaire metabolieten die postbiotica worden genoemd. Deze worden ofwel uitgescheiden door levende bacteriën, of ze komen vrij nadat bacteriën zijn afgebroken, of ze worden vrijgegeven en verder gemetaboliseerd uit gevangen verbindingen in voedingsvezels (Aguilar-Toala et al., 2018).

 

 

 

Prebiotica

 

 

Omschrijving
en
werking

Prebiotica zijn onverteerbare voedingsingrediënten die gunstig zijn voor het gastdier doordat ze de groei en activiteit van selectieve bacteriekolonies in de dikke darm beïnvloeden. Meestal zijn dit korte-keten koolhydraten die als vezels worden geclassificeerd omdat ze van plantaardige oorsprong zijn, niet worden verteerd door zoogdierenenzymen en selectief worden gefermenteerd door bepaalde darmmicroben. In wezen vormen prebiotica de voedingsbronnen voor probiotica en andere gunstige darmbacteriën (Macfarlane et al., 2006).

 

Eerdere studies (Hussein et al., 1999) tonen aan dat het toevoegen van prebiotica aan huisdierenvoeding helpt bij het verminderen van de fermentatie van eiwitten in de dikke darm. Dit resulteert in minder onaangename fecale geuren, verlaging van de zuurgraad in de darm en een afname van schadelijke bacteriën zoals Clostridium perfringens, mogelijk gerelateerd aan darmkanker. Door prebiotica te fermenteren, neemt het aantal gunstige bacteriën zoals bifidobacteriën en lactobacillen toe, samen met de productie van SCFA's (korteketenvetzuren) (Barko et al., 2018).

 

 

DogSuppy

DogSuppy maakt gebruik van een mix van FOS, inuline, MOS en GOS. Deze zorgen allemaal voor de productie van korteketenvetzuren zoals boterzuur, propionaat en acetaat. Deze hebben elk hun eigen voordelen voor de gezondheid van een hond (Hussein et al., 1999).

 

 

Mogelijke toepassingen

-    Bij het herstellen van de darmflora na een antibioticakuur (Saettone et al., 2020).

(De toediening van antibiotica is gebruikelijk bij honden met chronische darmproblemen (Makielski et al., 2019). Het is aangetoond dat antibioticagebruik de bacteriële diversiteit in de darm vermindert. Dit kan ervoor zorgen dat niet enkel de schadelijke bacteriën, maar ook de gunstige bacteriën in de darmen mogelijk worden vernietigd. Daarnaast kan een afname in bacteriële diversiteit leiden tot de ontwikkeling van antibioticaresistente bacteriën (Igarashi et al., 2014).

-    Bij het behandelen van inflammatoire darmaandoeningen (Hedin et al., 2007) door de darmmicrobiota te moduleren, de darmbarrière te versterken (Roberfroid et al., 1995) en de immuunrespons te reguleren (Seifert & Watz, 2007).

-    Bij het verminderen van SIBO (Small Intestinal Bacterial Overgrowth), ook bekend als  pathogene overgroei (Simpson, 1998).

(Pathogene overgroei bij honden is een aandoening waarbij er een abnormaal grote hoeveelheid schadelijke bacteriën aanwezig is in de dunne darm. In een gezonde situatie bevinden zich normaal gesproken slechts kleine aantallen bacteriën in de dunne darm, terwijl de meeste bacteriën zich in de dikke darm bevinden. Bij pathogene overgroei neemt het aantal pathogene bacteriën in de dunne darm echter toe, wat kan leiden tot spijsverteringsproblemen en andere gezondheidscomplicaties.)

-    In geval van bescherming tegen Salmonella typhimurium-infecties.
Door het aantal lactobacillen in de darm te verhogen, kan prebiotica een positieve werking hebben tegen deze infecties (Apanavicius et al., 2007).

-    Bij de behandeling van constipatie door de groei van gunstige darmbacteriën te stimuleren en korteketenvetzuren te produceren, wat de darmmotiliteit bevordert en de ontlasting verzacht (Macfarlane et al., 2006).

 

 

Toelichting soorten prebiotica

 

 

FOS & inuline:
omschrijving

FOS (fructo-oligosacchariden) en inuline zijn beide soorten fructanen, bestaande uit korte ketens van fructosemoleculen, vaak met een glucosemolecuul aan het uiteinde (Kolida & Gibson, 2007). FOS is opgebouwd uit kortere ketens dan inuline (Beynen, 2019).
Een keten van fructosemoleculen is met elkaar verbonden door β-2,1-bindingen, waardoor FOS/inuline niet gemakkelijk verteerd wordt in het bovenste deel van het maagdarmkanaal, maar fermentatie in de dikke darm mogelijk wordt (Niness, 1999). Fermentatie van FOS/inuline in de dikke darm resulteert in de productie van kortketenige vetzuren zoals boterzuur, azijnzuur en propionzuur, evenals melkzuur en gassen zoals H2, H2S, CO2 en CH4 (Kozłowska et al., 1997).

 

 

 

Inuline:
  oorsprong
  en
  effecten

-    DogSuppy gebruikt Fibrofos™ 60, bestaande uit gedroogde cichoreiwortel, wat rijk is aan inuline.

-    Verbetert de darmmicroflora, wat resulteert in een hogere concentratie van gunstige bacteriën zoals Bifidobacteriën (Kozłowska et al., 1997).

-    Bevordert de darmintegriteit, wat betekent dat het kan helpen bij het behoud van een gezonde darmwand (Flickinger et al., 2003a).

-    Heeft een positieve invloed op het stikstofmetabolisme, wat kan leiden tot een vermindering van de onaangename geur van de ontlasting (Flickinger et al., 2003a).

-    Vermindert schadelijke bacteriën zoals Enterobacteriaceae, Escherichia, Bacteroides en Fusobacterium, terwijl het de gunstige bacteriën zoals Lactobacillus verhoogt (Beloshapka et al., 2013).

-   Heeft een positieve invloed op het immuunsysteem (Watzl et al. 2005) en op het lipiden- en cholesterolmetabolisme, wat kan bijdragen aan een betere cardiovasculaire gezondheid door effectief de concentraties in het bloedserum te verlagen (Grela et al., 2014a).

 

 

FOS:
  oorsprong    
  en   
  effecten

-    FOS worden selectief gemetaboliseerd door gunstige bacteriën zoals Bifidobacterium, Lactobacillus en Bacteroides (Okazaki et al., 1990; Simpson, 1998).

-    Onderzoek heeft aangetoond dat FOS de darmmicrobe-populaties bij honden en katten effectief veranderen door de concentraties van lactobacilli (gunstige bacterie) te verhogen en de concentratie van C. perfringens (pathogene bacterie) te verlagen (Sparkes et al., 1998; Terada et al., 1992).

-   Daarnaast kan FOS de immuungezondheid van puppy's verbeteren (Adogony et al., 2007).

 

 

MOS:
omschrijving

Gistcelwanden (van Saccharomyces cerevisiae), ook bekend als mannan-oligosacchariden (MOS) of mannanen, zijn koolhydraatstructuren bestaande uit korte en lange ketens, samengebonden door verschillende bindingen. Deze onverteerbare koolhydraten hebben de capaciteit om het immuunsysteem te moduleren en de darmmicrobiota te beïnvloeden. MOS fungeert als een prebioticum door te voorkomen dat schadelijke bacteriën zich aan de darmwand hechten en zich vestigen. Het competitief remmen van deze hechting bevordert de uitscheiding van pathogene bacteriën via de feces. Daarnaast is MOS (Swanson et al., 2004).

 

 

Leiber
  Biolex®
  MB40:
  oorsprong
  en
  werking

-    Leiber Biolex® MB40 bestaat uit celwanden van echte biergist (100% Saccharomyces cerevisiae), rijk aan 1,3-1,6 bèta-D-glucaan en mannan-oligosacchariden. Het heeft een speciale oppervlaktestructuur met hoog adsorptievermogen en vertoont positieve effecten op het microbioom, darmimmuunsysteem en de bindingseigenschappen van pathogenen en mycotoxines. Het activeert gezondheidsbevorderende micro-organismen in de dikke darm, verhoogt SCFA-productie, vermindert pathogenen en ondersteunt het darmimmuunsysteem, met positieve effecten op inflammatoire markers (interleukines) (Rakebrandt, 2017).

-    In samenwerking met de Universiteit Gent heeft Leiber GmbH een studie uitgevoerd om het prebiotisch potentieel van Biolex® MB40 in het maagdarmkanaal van honden te onderzoeken. Het product vertoonde een prebiotisch effect met een matige en selectieve vertering in het distale colon van honden. Dit resulteerde in een significante toename van SCFA's zoals butyraat, lactaat, acetaat en propionaat (Cummings, 1987; Rakebrandt, 2017).

-    Strickling et al. (2000) ontdekten een vermindering van Clostridium perfringens in de feces van honden die met MOS gevoerd waren. Middelbos et al. (2007a) vonden een numerieke vermindering van E.coli in de uitwerpselen van volwassen honden.

-    Biolex® MB40 vertoonde ook een direct immuunmodulerend effect, wat veelbelovend is voor het verbeteren en beschermen van de darmgezondheid, vooral bij therapieën die zich richten op chronische ontstekingsprocessen (Swanson et al., 2004).

 

 

GOS:
omschrijving

GOS (galacto-oligosacchariden) zijn onverteerbare vezels afkomstig van lactose en dienen als prebiotica. Ze bestaan uit één glucosemolecuul verbonden aan een keten van één tot acht galactosemoleculen (Corbee, 2024). Deze stoffen, zoals galactosyllactoses, worden aangetroffen in colostrum en melk van verschillende bronnen en worden gebruikt in alternatieven voor zuigelingenmelk vanwege hun gelijkenis met moedermelk-oligosacchariden (Newburg et al., 2016).

 

 

GOS:
  werking

-    GOS hebben een direct effect op de darmwand, verhogen de darmintegriteit en helpen ontstekingsziekten te voorkomen.

-    Ze bevorderen de groei van gunstige bacteriën zoals Bifidobacteriën (Bouhnik et al., 1997) en Lactobacilli (Ito et al., 1990), die op hun beurt korteketenvetzuren (SCFAs) produceren zoals boterzuur en propionzuur (Louis & Flint, 2009; Bindels et al., 2015).

-    SCFAs kunnen dienen als energiebron (Besten et al., 2013), pathogenen remmen door hun antimicrobiële werking (Tan et al., 2014), de immuunafweer van de gastheer verbeteren (Pratt et al., 1996), de slijmproductie in de darmen verhogen (Burger-van Paassen et al., 2009), de groei van darmkankercellen remmen (Gamet et al., 1992) en de opname van mineralen (zoals calcium, magnesium) in de dikke darm verbeteren (Corbee, 2024).

 


 

Probiotica

Omschrijving
en
werking

Probiotica zijn levende kolonies micro-organismen die, wanneer deze toegevoegd worden aan de voeding, gunstige effecten hebben op de gastheer door de darmmicrobiota te moduleren (Biourge et al., 1998; Félix et al., 2010). Deze geselecteerde stammen van gunstige bacteriën worden ondersteund door prebiotica. Terwijl prebiotica functioneren om de darmmicrobiota te veranderen door substraten te leveren voor selectieve microben, kunnen probiotica de darmflora veranderen door een directe bron van gunstige microben te leveren (Floch et al., 2008).

Probiotica remmen de ontwikkeling van pathogene bacteriën door te wedijveren om voedingsstoffen en bindingsplaatsen in het darmepitheel en door het immuunsysteem van de gastheer te bevorderen. Ze produceren ook antimicrobiële stoffen en zuren zoals melkzuur, wat een gunstige darmomgeving stimuleert. Bovendien synthetiseren probiotica vitaminen, enzymen en korteketenvetzuren. Deze helpen bij het verminderen van lactose-intolerantie, moduleren het immuunsysteem, verkorten diarree-episodes, verminderen onaangename geuren van de feces en verlagen het risico op dikke darmkanker. Deze effecten dragen bij aan een betere spijsvertering en darmgezondheid bij honden (Salminen et al., 1998; Ghadban, 2002; Swanson et al., 2002).

DogSuppy

DogSuppy werkt met 2 soorten probiotica, Bacillus subtilis en Lactobacillus acidophillus. Elk heeft een iets andere werking om zo de gezondheid van de hond optimaal te bevorderen.

Mogelijke toepassingen

-    In geval van stressvolle gebeurtenissen zoals veranderingen in het dieet, reizen,… kunnen probiotica helpen om de darmflora te stabiliseren en zo stress-geïnduceerde diarree voorkomen of verminderen (Benyacoub et al., 2003).

-    Ondersteunende werking bij het behandelen van gastro-intestinale aandoeningen zoals SIBO (pathogene overgroei) en IBD’s (Inflammatory Bowel Disease = overkoepelende term voor chronische aandoeningen van het spijsverteringsstelsel) (Benyacoub et al., 2003).

In een studie van Maissen-Villiger (2016) is aangetoond dat het gebruik van probiotica bij honden met IBD tijdens de overgang naar een nieuwe omgeving positieve effecten heeft. Het gebruik van lactobacillen bij honden met IBD resulteerde in een verbetering van de darmgezondheid, terwijl het gebruik van bifidobacteriën bij jonge, volwassen honden diarree tijdens de overgang verminderde.

-    Voor het herstellen van de darmflora na een antibioticakuur (Saettone et al., 2020).

(De toediening van antibiotica is gebruikelijk bij honden met chronische darmproblemen (Makielski et al., 2019).) Het is aangetoond dat antibioticagebruik de bacteriële diversiteit in de darm vermindert. Dit kan ervoor zorgen dat niet enkel de schadelijke bacteriën, maar ook de gunstige bacteriën in de darmen worden vernietigd. Daarnaast kan een afname in bacteriële diversiteit leiden tot de ontwikkeling van antibioticaresistente bacteriën (Igarashi et al., 2014).


 

Toelichting soorten probiotica

Enterococcus faecium NCIMB 10415:

omschrijving en
effect

 

-    Enterococcus is een groot geslacht van bacteriën waartoe de soort Enterococcus faecium behoort (Araújo & Ferreira, 2013). E. faecium is een belangrijke bacterie die van nature voorkomt in het maag-darmkanaal van zowel mensen als dieren (Zommiti et al., 2022). Deze behoort tot de groep van melkzuurbacteriën, wat verschillende bacteriesoorten omvat die doorgaans gunstig zijn en worden genoemd naar het melkzuur dat ze produceren als een metabolisch bijproduct van fermentatie (Ljungh & Wadström, 2006).

-        E. faecium staat bekend om zijn probiotische werking en wordt wereldwijd dikwijls gebruikt vanwege zijn vermogen om te overleven en te gedijen in de darmen. Het bevordert een gezonde darmomgeving door te concurreren met schadelijke organismen voor voedingsstoffen en hechtingsplaatsen op darmcellen. E. faecium beschermen deze plaatsen door positie in te nemen en een beschermende barrière in de darm te vestigen (Araújo & Ferreira, 2013; Zommiti et al., 2022).

-    Een studie van Benyacoub et al. (2003) toont dat het toevoegen van E. faecium de immuunfunctie van opgroeiende honden kan verbeteren, zonder nadelige effecten op de voedselinname, gewichtstoename of bloedparameters. De probiotische bacterie stimuleert de productie van IgA- en IgG-antilichamen, vooral na vaccinatie tegen hondenziekte (CDV). Dit toont de essentie van de rol van E. faecium bij het verbeteren van de beschermende immuunresponsen van honden tegen verschillende infecties, vooral tijdens belangrijke levensfasen zoals de speenperiode en latere fasen.

-    In een studie van Rose et al. (2017) werd E. faecium NCIMB 10415 aangevuld als een synbioticum met fructo-oligosaccharide en acacia (Arabische gom). Er werd een lichte afname waargenomen van stressgerelateerde diarree bij asielhonden. In een andere studie van Bybee et al. (2011) werd de effectiviteit van E. faecium als preventie voor diarree bij zowel opvanghonden- als katten onderzocht. Resultaten toonden aan dat katten significant minder diarree kregen, terwijl bij de honden de prevalentie van diarree te laag was voor een significante analyse.

-    Nybroe et al. (2023) onderzocht de effecten van een commercieel dieet met het probioticum E. faecium NCIMB 10415 op metabolische en microbiële parameters bij volwassen honden. Het probioticum vertoonde een mogelijk overlevingseffect in het darmmicrobioom, zelfs 19 dagen na stopzetting van de suppletie. De resultaten suggereren ook een positief effect op het microbioom en een verbetering van de fecale kwaliteit. Bovendien werd een lichte daling van het cholesterol waargenomen, wat gunstig kan zijn bij hypercholesterolemie (abnormaal hoge concentratie cholesterol in het bloed).

-    Cylactin® is de handelsnaam voor een preparaat van een stam van E. faecium. Het is een microbieel diervoederadditief dat bestaat uit gedehydrateerde cellen van E. faecium NCIMB 10415 en is goedgekeurd voor gebruik bij verschillende diersoorten (EFSA (FEEDAP), 2013).

è Er zijn 4 studies bij honden uitgevoerd die de effecten van Cylactin® op de fecale kwaliteit en enkele immuunparameters zoals IgA beoordelen (EFSA (FEEDAP), 2013):

1)      Studie met 16 puppy's: suppletie met Cylactin® resulteerde in significante toenames van fecale IgA, totaal serum IgA, en CDV-specifieke serum IgA en IgG.

2)     Studie met 30 volwassen honden: een hoge dosis Cylactin® resulteerde in significant hogere serum IgA-concentraties.

3)      Studie met 16 oudere Beagle-honden: suppletie met Cylactin® gedurende zes maanden resulteerde in een significante toename van fecale IgA.

4)     Studie gericht op fecale consistentie en microbiologische parameters: toonde een klein effect op fecale consistentie en een significante toename van IgA-concentraties in serum en feces na het toevoegen van Cylactin® aan verschillende diëten, wat de afweer tegen pathogenen kan verbeteren.

Bacillus subtilis

C-3102:
omschrijving en
effect

-    Calsporin® is een zoötechnisch additief dat sporen van de specifiek geselecteerde Bacillus subtilis C-3102 stam bevat, die een stabiele en sterke darmmicroflora stimuleert. Deze stam vormt een krachtige barrière tegen ziekteverwekkers en draagt zo bij aan een optimale spijsvertering (Schauf et al., 2019).

-    Bacteriën van het genus Bacillus hebben het voordeel dat deze sporuleren en daardoor beter bestand zijn tegen omgevingsstress en een zure pH van maag- en darmvloeistoffen (Biourge et al., 1998).  Stam C-3102 is in staat om te overleven onder verschillende temperatuursomstandigheden (tot 105°C) die worden toegepast in de productie van diervoeders (Schauf et al., 2019).

-    Tot op heden zijn er twee onderzoeken gepubliceerd die aantonen dat het gebruik van Calsporin® de kwaliteit van feces bij honden verbetert. Paap et al. (2016) concluderen dat het toedienen van Calsporin® gunstig is voor honden met chronische diarree. Félix et al. (2010) rapporteerden een verbetering in de kwaliteit, textuur en geur van feces en een vermindering van het ammoniakgehalte, wat duidt op een afname van intestinale verrottingsprocessen.

Lactobacillus acidophilus CECT 4529:

omschrijving
en

effect

-        Lactobacillus acidophilus is een anaërobe, grampositieve, niet-sporevormende staafbacterie die vaak wordt onderzocht vanwege de gunstige effecten op de gezondheid van honden. Deze bacterie produceert melkzuur, wat de consistentie van de ontlasting verbetert en bijdraagt aan een gezonde darmflora. Bovendien heeft Lactobacillus acidophilus een positieve invloed op de lokale immuunafweer en beschermt het de darmwand tegen schadelijke bacteriën (Fang & Polk, 2011).

-    Baillon et al. (2004) toonde aan dat suppletie met Lactobacillus acidophilus resulteerde in verhoogde aantallen van lactobacillen in de feces en verminderde aantallen van clostridiale organismen. Dit is van belang omdat het kan helpen bij het beschermen van honden tegen infecties veroorzaakt door Clostridia, zoals C. difficile en C. perfringens.
C. perfringens is een belangrijke oorzaak van ernstige gastro-enteritis bij honden, terwijl C. difficile geassocieerd wordt met chronische diarree bij honden.

-    Twee studies bij gezonde honden hebben aangetoond dat het toedienen van Lactobacillus acidophilus resulteert in een toename van Lactobacillus in de feces, wat gunstig is voor de darmgezondheid. Tegelijkertijd neemt het aantal schadelijke bacteriën zoals Clostridium spp. en Enterococcus spp. af, wat wijst op een verbeterde balans in de darmflora (Baillon et al., 2004; Marshall-Jones et al., 2006).

 


 

Synbiotica

Omschrijving
en effect

Synbiotica zijn synergetische mengsels van probiotica en prebiotica (Floch et al., 2008; Swanson et al., 2020).

Door het toevoegen van een pre- en probioticum kan de overleving en groei van gunstige darmbacteriën in het spijsverteringsstelsel van de gastheer verbeteren. Deze gecombineerde aanpak is effectief bij het bevorderen van de darmgezondheid van huisdieren en het beheersen van darmziekten (Floch et al., 2008; Swanson et al., 2020).

DogSuppy

DogSuppy combineert pre- en probiotica voor een optimale, versterkte werking.

 


 

Postbiotica

Omschrijving
en
oorsprong

Een postbioticum wordt gedefinieerd als een preparaat van levenloze micro-organismen en/of hun componenten die een gezondheidsvoordeel opleveren voor de gastheer (Salminen et al., 2021).

Postbiotica ontstaan door zorgvuldige fermentatieprocessen van grondstoffen, waarbij gunstige metabolieten worden geproduceerd door bacteriën en gisten ter ondersteuning van de gezondheid. Deze metabolieten omvatten aminozuren, vitamines, korteketenvetzuren, galzuren, vitaminen, polysacchariden en andere nuttige stoffen. Wat postbiotica nog waardevoller maakt, is dat ze geen levende micro-organismen bevatten, waardoor het risico op bijwerkingen minimaal is (Salminen et al., 2021; Suez & Elinav, 2017).

Uit onderzoek van Suez & Elinav (2017) blijkt dat het microbioom (verzameling micro-organismen die op en in de gastheer leven) veel interacties met de gastheer reguleert via metabolieten. Deze metabolieten vormen een signaalnetwerk dat invloed heeft op zowel de gastheer als het microbioom zelf. Het voordeel van het gebruik van postbiotica is dat deze zich richt op de bijproducten van micro-organismen. Dit helpt het probleem van verschillen in samenstelling tussen reeds aanwezige darmmicroben en toegediende probiotica te omzeilen. Zo ook het omgaan met moeilijkheden bij nutritionele behandelingen die gericht zijn op het aanpassen van de samenstelling van micro-organismen bij de gastheer (Suez & Elinav, 2017).

DogSuppy

DogSuppy gebruikt Diamond V® als een vorm van postbiotica.

Mogelijke
toepassingen

-    Wanneer de spijsvertering of darmflora van een dier uit balans is, bijvoorbeeld na een verandering in voeding of na het volgen van een medicatiekuur, kan suppletie met postbiotica helpen om de darmgezondheid te ondersteunen en het evenwicht te herstellen (Suez & Elinav, 2017).

-    Bij het bevorderen van het immuunsysteem (Davenport et al., 2023).


 

Toelichting soorten postbiotica

Diamond V®:
omschrijving
en
effect

-    Diamond V® ontstaat uit een gepatenteerd fermentatieproces met Saccharomyces cerevisiae.

-    De resultaten in de studie van Lin et al. (2019) laten zien dat suppletie met Saccharomyces cerevisiae gunstig kan zijn voor volwassen honden door de darmmicrobiota positief te veranderen (dit zorgt mede voor minder stinkende uitwerpselen), de immuuncapaciteit te verbeteren en het verminderen van potentieel pathogene micro-organismen.

-    Daarnaast stimuleert Diamond V® een hogere smakelijkheid en wordt dit goed door honden opgenomen (Davenport et al., 2023; Lin et al., 2019).

-    Het kan ook helpen bij het bestrijden van oxidatieve stress en het behoud van een gezonde huid en vacht (Wilson et al., 2022).

 


 

Andere actieve ingrediënten

Zink glycinaat

Omschrijving en werking

Zink is een essentieel spoorelement dat nodig is voor enzymatische, structurele en regulerende functies. Omdat het lichaam niet veel zink opslaat, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat er genoeg zink in het dieet van een hond zit (Pereira et al., 2021). Zink wordt opgenomen uit voeding via de darmen, maar er is naast opname ook verlies van zink via ontlasting, urine, haar, huid en nagels. Opname van zink kan op- of neergereguleerd worden. Mogelijk kan dat ook voor de belangrijkste uitscheidingsroute: zink uitgescheiden met pancreassap in de darm, wat daarna samen met de darminhoud naar de ontlasting gaat (Beynen, A.C., 2020a).

Zinkglycinaat is een chelaatvorm van organisch zink, waarbij zink gebonden is aan het aminozuur glycine. Deze vorm van zink is meer biobeschikbaar en kan beter worden opgenomen en vastgehouden in het lichaam dan zink uit anorganische verbindingen zoals zinksulfaat en zinkoxide. Hierdoor is een kleinere hoeveelheid nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen (Lowe & Wiseman, 1998; Lowe et al., 1994).

(Bio-beschikbaarheid verwijst naar het deel van een voedingsstof dat wordt opgenomen en effectief wordt gebruikt door een dier. Het omvat de vertering, opname en het gebruik in metabole processen.)

Mogelijke
toepassingen

Honden die droge hondenvoeding krijgen met een laag zinkgehalte en een hoog gehalte aan calcium en/of fytaat lopen een verhoogd risico op verminderde zinkopname in de darmen. Dit komt doordat calcium en fytaat mineralen zoals zink binden, waardoor deze minder goed opneembaar zijn in de darmen. Dit kan leiden tot zinktekorten bij de hond, wat mogelijk huidaandoeningen zoals zinkgevoelige dermatitis kan veroorzaken.
De kans hierop is groter bij honden die al een verminderde efficiëntie hebben in de opname van zink (Gregório et al., 2020; White et al., 2001).


 

Clinoptiloliet

Omschrijving, werking en effecten

Clinoptiloliet is een natuurlijke vorm van zeoliet en is een fijnkorrelig, microporeus kleinmineraal dat plastisch wordt als het in contact komt met een liquide (Beynen, 2018). Het mineraal wordt veel bestudeerd en gebruikt als een supplement vanwege zijn gunstige eigenschappen. Het kan de gezondheid van het individu verbeteren door verschillende mechanismen, waaronder directe positieve effecten op de morfologie, functie en microbiële flora van het spijsverteringskanaal, levering van metabolisch actieve ionen, versterking van de immuniteit, ontgifting van voedsel en drinkwater van toxines (Ariton et al., 2022), helpen bij het voorkomen van diarree, de geur van de feces verbeteren en de gewrichtsmobiliteit ondersteunen (Beynen, 2018).

Een bekende eigenschap van zeoliet is detoxificatie, wat essentieel is voor het verwijderen van giftige stoffen uit zowel het lichaam als het milieu. Twee belangrijke eigenschappen van zeoliet voor detoxificatie zijn ionenuitwisseling en adsorptiecapaciteit. Hierdoor kan zeoliet succesvol zware metalen (bvb. lood, zilver, arseen, cadmium), radioactieve stoffen, fenolen, pesticiden en mycotoxinen adsorberen (Ariton et al., 2022).

Onderzoeksgegevens, zoals gerapporteerd door Maia et al. (2010), tonen aan dat het toevoegen van clinoptiloliet aan de voeding van honden de dagelijkse fecesoutput met ongeveer 6% verlaagde, terwijl ook het watergehalte in de ontlasting reduceerde. De ontlasting vertoonde een drogere consistentie en had een minder onaangename geur.

Een andere studie, uitgevoerd door Félix et al. (2009), toonde aan dat het toevoegen van aluminosilicaatkleien aan het dieet van Duitse herders de ontlastingsvochtigheid verminderde. Dit was ook het geval in een onderzoek uitgevoerd door Hahn & Carpenter (2008). Deze bevindingen hebben belangrijke implicaties voor de behandeling van gastro-intestinale aandoeningen bij honden.

Mogelijke
toepassingen

-    Bij gastro-intestinale aandoeningen, waaronder chemotherapie veroorzaakte diarree (Hahn & Carpenter, 2008).

-    Helpt bij het voorkomen van diarree en verbetering van de fecale geur (Maia et al., 2010).

-    Kan helpen bij het verbeteren van de kwaliteit van de ontlasting door de hoge waterabsorptiecapaciteit, resulterend in een betere vorm, minder volume en meer consistentie (Pellegrini et al., 2009).

-    Om het immuunsysteem te versterken (Ariton et al., 2022).

-    Werkt effectief tegen Giardiasis bij honden (protozoön parasiet die de dunne darm aantast) (Ayan & Erdogan, 2019).


 

Pectine

Omschrijving
en
werking

Pectines zijn structurele koolhydraten in planten, gebonden aan cellulose en hemicellulose. Via een extractieproces kunnen pectines worden omgezet in bio-beschikbare vorm om te verwerken in supplementen. Deze zeer oplosbare voedingsvezel, afkomstig van appels en citrusvruchten, bevordert een goed functionerend spijsverteringsstelsel en wordt gemakkelijk afgebroken door micro-organismen in de darmen, wat resulteert in de productie van korteketenvetzuren (Beukema et al., 2020).

Pectines stimuleren de diversiteit van gunstige microbiële gemeenschappen, versterken de intestinale immuunbarrière door de hechting van commensale bacteriën (leven in harmonie met hun gastheer) te bevorderen en de hechting van pathogenen aan epitheelcellen te remmen (Zaitseva et al., 2020). Daarnaast hebben pectines anticarcinogene eigenschappen (Zaitseva et al., 2020) en kunnen ze de opname van ijzer verbeteren (Wikiera et al., 2014).

Met een lage esterificatiegraad beschermen pectines effectief het darmslijmvlies en verminderen toxine-activiteit (Olano-Martin et al., 2003). Bovendien vertonen pectines prebiotische eigenschappen (Wikiera et al., 2014; Olano-Martin et al., 2002) en kunnen deze bescherming bieden tegen bepaalde infecties veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae (Inngjerdingen et al., 2013).

Mogelijke
toepassingen

-    Kan helpen bij het behandelen van diarree en constipatie door de darmfunctie te reguleren en de consistentie van de ontlasting te verbeteren (Beukema et al., 2020).

-    Bij inflammatoire darmziekten of andere ontstekingsaandoeningen (Zaitseva et al., 2020).

-    Om het immuunsysteem te versterken (Zaitseva et al., 2020).

-    Bij risicopatiënten voor kanker (Zaitseva et al., 2020).


 

L-Glutamine

Omschrijving
en
werking

Glutamine is een alfa-aminozuur dat een cruciale rol speelt bij de eiwitsynthese in het lichaam (Cruzat et al., 2018). In periodes van intense stress kan de natuurlijke productie van glutamine afnemen, waardoor supplementatie noodzakelijk wordt. De belangrijkste vorm is L-glutamine, aanwezig in veel fruit en groenten. D-glutamine is geen nuttig supplement aangezien het lichaam deze vorm niet gebruikt (Breslow & Cheng, 2009).

Het speelt ook een rol bij het genereren van celenergie door omzetting in glucose via gluconeogenese. Zo kan glutamine dienen als directe energiebron, vooral tijdens intense lichamelijke activiteit (Cruzat et al., 2018; Nguyen & Durán, 2018).

Glutamine speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van eiwitten en vetten. Het levert stikstof en koolstof die nodig zijn voor de vorming van nieuwe eiwitten en vetten, wat essentieel is voor celgroei, herstel en onderhoud (Cruzat et al., 2018; Nguyen & Durán, 2018).

Ook glutamine is belangrijk voor de darmgezondheid, want het is een belangrijke energiebron voor de darmcellen en helpt bij het herstel van beschadigd darmweefsel. Het kan ook de darmbarrière versterken en ontstekingen verminderen, waardoor de integriteit van de darmwand behouden blijft en de darmfunctie wordt ondersteund (Cruzat et al., 2018; Nguyen & Durán, 2018).

Tevens heeft glutamine immuunmodulerende eigenschappen. Het kan de productie en activiteit van verschillende immuuncellen stimuleren, waaronder witte bloedcellen (leukocyten), neutrofielen en lymfocyten. Door deze toename van immuuncellen kan glutamine bijdragen aan een effectievere immuunrespons tegen de ontsteking die kenmerkend is voor enteritis (ontsteking van de maag, dunne darm of dikke darm). Dit kan helpen om de infectie te bestrijden en het herstel van het dier te bevorderen (Rodrigues et al., 2017).

Mogelijke toepassingen

-    Bij inflammatoire darmziekten of andere ontstekingsaandoeningen (Cruzat et al., 2018; Nguyen & Durán, 2018)

-    Tijdens periodes van intense stress (Breslow & Cheng, 2009)

-    Bij honden die herstellen van ziekte of chirurgische ingrepen (Rodrigues et al., 2017)

-    Bij honden die op frequente basis intensieve lichamelijke activiteit verrichten (Cruzat et al., 2018; Nguyen & Durán, 2018)

-    Om het immuunsysteem te versterken (Rodrigues et al., 2017)


 

Psyllium husk powder

Omschrijving
en
werking

Psyllium (Plantago psyllium) is een plant die behoort tot de categorie van hoog oplosbare voedingsvezels. Dankzij zijn hoge oplosbaarheid en trage fermentatie in de dikke darm is het geschikt voor gebruik bij verstoringen in de gastro-intestinale transit. Psyllium staat bekend als een gelvormend middel dat water vasthoudt in de fecale massa, waardoor de passage van de voedselbrij genormaliseerd wordt en de vorming van ontlasting in de dikke darm gestimuleerd wordt (Tortola et al. 2009).

Bij honden kunnen aandoeningen zoals perianale hernia's (hernia’s rondom het gebied van de anus), bekken- of lumbale wervelfracturen, een vergrote prostaat en rectale neoplasieën leiden tot constipatie. Uit een studie van Tortola et al. (2009) blijkt dat psyllium een laxerend effect heeft bij honden, wat ook reeds bekend is in de humane geneeskunde. Dit effect wordt bekomen door de waterretentie en de productie van korteketenvetzuren door psyllium, wat resulteert in een zachte ontlasting en bijdraagt aan de controle van chronische constipatie.

Alves et al. (2021) hebben een onderzoek uitgevoerd waarbij honden dagelijks psyllium-supplementen kregen. De resultaten tonen aan dat de betrokken individuen verlichting ondervonden van chronische diarree, een afname in ontlastingsfrequentie en een verbeterde consistentie van de ontlasting. Zelfs na twee maanden waren de positieve effecten nog steeds waarneembaar, zelfs zonder psylliumsuppletie. Zo ook vertoonden alle dieren tekenen van gewichtstoename. Dit suggereert dat psyllium kan helpen bij huisdieren die extra hulp nodig hebben om in gewicht toe te nemen.

Mogelijke
toepassingen

-    Bij inflammatoire darmziekten of andere ontstekingsaandoeningen (Tortola et al. 2009)

-    Bij constipatie of andere problemen met de stoelgang (Tortola et al. 2009)

-    Om diarree te behandelen. Psyllium absorbeert overtollig water in de darmen en kan helpen om de ontlasting te normaliseren (Alves et al., 2021).


 

Acaciagom

Omschrijving
en
werking

Acaciagom is een oplosbare afscheiding die wordt gevonden op de stammen en takken van Acaciabomen. Deze afscheiding wordt geproduceerd als reactie op letsel aan de schors van de bomen. Acaciagom heeft emulgerende, verdikkende en stabiliserende eigenschappen. Het heeft een lage viscositeit en hoge oplosbaarheid in water, waardoor het een goede bron van oplosbare voedingsvezels is. Acaciagom bestaat voornamelijk uit lange keten complexe polysacchariden, met name galactan polymeren en zijketens van galactose en/of arabinose, en rhamnose of glucuronzuur (Rawi et al., 2021).

Onderzoek toont aan dat acaciagom gezondheidsvoordelen heeft voor zijn gastheer, met name als prebioticum in de darm. Het is bestand tegen de spijsverteringsactiviteit en stimuleert fermentatie door darmmicroben, wat de groei en metabolische activiteit van gunstige bacteriën zoals Bifidobacterium en Lactobacillus bevordert. Deze bacteriën fermenteren prebiotische verbindingen zoals fructo-oligosacchariden (FOS) en produceren gunstige metabolieten zoals korteketenvetzuren, die de darmgezondheid kunnen verbeteren door de pH te verlagen en de energievoorziening voor darmcellen te verhogen (Elnour et al., 2023).

Onderzoek naar acaciagom heeft tot nu veelbelovende resultaten opgeleverd, waaronder het vermogen om auto-immuunziekten te reguleren en ontstekingen te verminderen (Rawi et al., 2021).

Mogelijke
toepassingen

-    Bij inflammatoire darmziekten of andere ontstekingsaandoeningen (Elnour et al., 2023; Rawi et al., 2021).

-    Om diarree te behandelen. Acaciagom absorbeert overtollig water in de darmen en kan helpen om de ontlasting te normaliseren (Elnour et al., 2023).

-    Om het immuunsysteem te versterken (Rawi et al., 2021)

Bovenkant formulier

 

 


 

Co-enzym Q10 (afkorting: CoQ10)

Omschrijving en werking

Co-enzym Q10, ook bekend als ubiquinon-10 of ubidecarenon, is een co-enzym dat aanwezig is in alle cellen van mensen en dieren (Shukla & Dubey, 2018; Saini, 2011). Het lijkt op een in vet oplosbare vitamine en fungeert als een antioxidant die cellen beschermt tegen oxidatieve schade (Bhagavan, 2006). Ook voert CoQ10 verschillende functies uit ter ondersteuning van het immuunsysteem (Mantle et al., 2021). In het lichaam wordt CoQ10 aangetroffen in de mitochondriën van cellen en draagt bij aan de productie van adenosinetrifosfaat (ATP). ATP is een vorm van energie die essentieel is voor alle dieren omdat het cellen in staat stelt te functioneren. Een tekort hieraan kan leiden tot celdood en orgaanfalen. Sommige organen, zoals het hart, hebben meer energie nodig om te functioneren dan andere, dus de niveaus van CoQ10 zijn van nature hoger op deze plaatsen (Judy, 2021; Beynen, 2020b).

Het lichaam maakt normaal gesproken voldoende CoQ10 aan, maar er zijn verschillende oorzaken waarom de CoQ10-niveaus van een huisdier laag kunnen zijn en daarom suppletie vereist is. Oorzaken zijn o.a. vitamine B6-tekorten, genetische factoren, oxidatieve stress als gevolg van veroudering, bijwerkingen van medicatie en ziektes. Hartproblemen komen in het bijzonder frequenter voor bij lage CoQ10-niveaus (Garrido-Maraver et al., 2014).

Suppletie met CoQ10 kan voordelen bieden bij verschillende gezondheidsproblemen, zoals hartziekten, mitochondriale cytopathie, neurodegeneratieve aandoeningen en kanker (Druzhaeva et al., 2022). Er is aangetoond bij honden dat CoQ10 ontsteking vermindert bij hartziekten (Druzhaeva et al., 2022; Tachampa et al., 2018) en bescherming biedt tegen cardiotoxiciteit veroorzaakt door chemotherapie (Lekarski & Towarzystwa Lekarskiego, 2021).

Mogelijke
toepassingen

-    Bij inflammatoire darmziekten, zoals colitis, lekkende darm of andere ontstekingsaandoeningen. Onderzoek toont namelijk aan dat CoQ10 kan helpen bij het beschermen van darmcellen tegen oxidatieve schade, wat weefselschade in de darmen kan reduceren (Ewees et al., 2016).

-    Voor het herstellen van de darmflora na een antibioticakuur (Zhao et al., 2021).

Zo is doxorubicine een breed-spectrum antibioticum met antitumoractiviteit, wat vaak wordt toegepast als behandeling tegen kanker (Druzhaeva et al., 2022; Conklin, 2005). Het kan ernstige bijwerkingen hebben, zoals cardiotoxiciteit wat kan leiden tot potentieel onomkeerbare schade aan het hart (Zhao et al., 2021). CoQ10-suppletie kan helpen bij het herstel van een onevenwichtige darmmicrobiota door de groei van gunstige bacteriën te bevorderen, wat de darmgezondheid ten goede komt. Bij het toedienen van medicatie zoals doxorubicine kan de darmflora worden verstoord, wat leidt tot een overgroei van schadelijke bacteriën. Een onevenwichtige darmmicrobiota vermindert de CoQ10-productie en -absorptie (Zhao et al., 2021).


 

Literatuurlijst

  • Adogony, V., Respondek, F., Biourge, V., Rudeaux, F., Delaval, J., Bind, J-L., Salmon, H. (2007). Effects of dietary scFOS on immunoglobulins in colostrums and milk of bitches. J Anim Physiol Anim Nutr, 91: 169–174.
  • Aguilar-Toalá, J.E., Garcia-Varela, R., Garcia, H.S., Mata-Haro, V., González-Córdova, A.F., Vallejo-Cordoba, B., Hernández-Mendoza, A. (2018). Postbiotics: An evolving term within the functional foods field. Trends in Food Science & Technology, 75: 105-114.
  • Alves, J.C., Santos, A., Jorge, P., Pitães, A. (2021). The use of soluble fibre for the management of chronic idiopathic large bowel diarrhoea in police working dogs. BMC Veterinary Research, 17 (1): 100.
  • Apanavicius, C.J. Powell, K.L. Vester, B.M. Karr-Lilienthal, L.K Pope, L.L. Fastinger, N.D. Wallig, M.A. Tappenden, K.A. Swanson, K.S. (2007). Fructan supplementation and infection affect food intake, fever, and epithelial sloughing from Salmonella challenge in weanling puppies. J. Nutr., 137: 1923-1930.
  • Araújo, T.F., Ferreira, C.L.L.F. (2013). The Genus Enterococcus as Probiotic. Brazilian Archives of Biology and Technology, 56 (3): 457–466.
  • Ariton, A.M., Neculai-Valeanu, A.S., Sănduleanu, C., Crivei, I.C., Postolache, A.N., Porosnicu, I., Mădescu, B.M., Ungureanu, E., Trincă, L.C. (2022). Applications of Clinoptilolite in Veterinary Medicine and Animal Husbandry. Scientific Papers Journal, 65 (4).
  • Ayan, A., Erdogan, S. (2019). Can Antiparasitic Cure with Clinoptilolite be Achieved in Dogs Naturally Infected with Giardia Duodenalis? Kocatepe Vet J, 12 (3): 305-309.
  • Baillon, M.L., Marshall-Jones, Z.V., Butterwick, R.F. (2004). Effects of probiotic Lactobacillus acidophilus strain DSM13241 in healthy adult dogs. American Journal of Veterinary Research, 65(3): 338–343.
  • Barko, P.C., McMichael, M.A., Swanson, K.S., Williams, D.A. (2018). The Gastrointestinal Microbiome: A Review. Journal of Veterinary Internal Medicine, 32(1): 9-25.
  • Beloshapka, A.N., Dowd, S.E., Suchodolski, J.S., Steiner, J.M., Duclos, L., Swan-son, K.S. (2013). Fecal microbial communities of healthy adult dogs fed raw meat-based diets with or without inulin or yeast cell wall extracts as assessed by 454 pyrosequencing. FEMS Microbiol. Ecol., 84: 532–541.
  • Benyacoub, J., Czarnecki-Maulden, G.L., Cavadini, C., Sauthier, T., Anderson, R.E., Schiffrin, E.J., von der Weid, T. (2003). Supplementation of food with Enterococcus faecium (SF68) stimulates immune functions in young dogs. J Nutr, 133: 1158-1162.
  • Besten, G. den, Eunen, K. van, Groen, A.K., Venema, K., Reijngoud, D.-J., Bakker, B.M. (2013). The role of short-chain fatty acids in the interplay between diet, gut microbiota, and host energy metabolism. Journal of Lipid Research, 54 (9): 2325–2340.
  • Beukema, M., Faas, M. M., de Vos, P. (2020). The effects of different dietary fiber pectin structures on the gastrointestinal immune barrier: impact via gut microbiota and direct effects on immune cells. Experimental & molecular medicine, 52(9), 1364–1376.
  • Beynen, A.C. (2020a). Zinc in dog food. Bonny Canteen, 1, 149-164.
  • Beynen, A.C. (2020b). Coenzyme Q10 in petfood. Creature Companion, 40-41.
  • Beynen, A.C. (2019). FOS in dog food. Creature Companion, 40, 42.
  • Beynen, A.C. (2018). Clays in dog food. Creature Companion, 38, 40.
  • Bhagavan, H. (2006). Coenzyme Q10: Absorption, tissue uptake, metabolism and pharmacokinetics. Free Radic Res., 40 (5): 445-53.
  • Bindels, L.B., Delzenne, N.M., Cani, P.D., Walter, J. (2015). Towards a more comprehensive concept for prebiotics. Nature Reviews Gastroenterology and Hepatology, 12 (5): 303–310.
  • Biourge, V., Vallet, C., Levesque, A., Sergheraert, R., Chevalier, S., Roberton, J.-L. (1998). The use of probiotics in diets of dogs. Journal of Nutrition, 128: 2730S–2732S.
  • Bouhnik, Y., Flourié, B., D’Agay-Abensour, L., Pochart, P., Gramet, G., Durand, M., Rambaud, J.-C. (1997). Administration of transgalacto-oligosaccharides increases fecal Bifidobacteria and modifies colonic fermentation metabolism in healthy humans. The Journal of Nutrition, 127 (3): 444–448.
  • Breslow, R., Cheng, Z.L. (2009). On the origin of terrestrial homochirality for nucleosides and amino acids. PNAS, 106 (23): 9144-6.
  • Burger-van Paassen, N., Vincent, A., Puiman, P.J., van der Sluis, M., Bouma, J., Boehm, G., van Goudoever, J.B., van Seuningen, I., Renes, I.B. (2009). The regulation of intestinal mucin MUC2 expression by short-chain fatty acids: implications for epithelial protection. Biochemical Journal 420 (2): 211–219.
  • Bybee, S.N., Scorza, A.V., Lappin, M.R. (2011). Effect of the probiotic Enterococcus faecium SF68 on presence of diarrhea in cats and dogs housed in an animal shelter. Journal of Veterinary Internal Medicine, 25: 856-860.
  • Conklin, K.A. (2005). Coenzyme Q10 for prevention of anthracycline-induced cardiotoxicity. Integrative cancer therapies, 4 (2): 110-130.
  • Corbee, R.J. (2024). The effects of galacto-oligosaccharides on faecal parameters in healthy dogs and cats. Research in Veterinary Science, 167.
  • Cruzat, V., Macedo Rogero, M., Noel Keane, K., Curi, R., Newsholme, P. (2018). Glutamine: Metabolism and Immune Function, Supplementation and Clinical Translation. Nutrients, 10: 1564.
  • Cummings, J.H., Englyst, H.N. (1987). Fermentation in the human large intestine and the available substrates. American Journal of Clinical Nutrition, 45: 1234–1255.
  • Davenport, G.M., Block, S.S., Adolphe, J.L. (2023). Effects of extruded pet foods containing dried yeast (Saccharomyces cerevisiae) on palatability, nutrient digestibility, and fecal quality in dogs and cats. Translational Animal Science, 7 (1): 107.
  • Deng, P., Swanson, K.S. (2015). Gut microbiota of humans, dogs and cats: current knowledge and future opportunities and challenges. British Journal of Nutrition, 113 (S1): S6-S17.
  • Druzhaeva, N., Petrič, A.D., Tavčar-Kalcher, G., Babič, J., Svete, A.N. (2022). Randomized, double-blinded, controlled trial of the effects of coenzyme Q10 supplementation on plasma coenzyme Q10 concentration in dogs with myxomatous mitral valve disease. Antioxidants (Basel), 11 (8): 1427.
  • EFSA Panel on Additives and Products or Substances Used in Animal Feed (FEEDAP), (2013). Scientific Opinion on the safety and efficacy of Cylactin® (Enterococcus faecium) as a feed additive for cats and dogs. EFSA Journal, 11(2): 3098, 15.
  • Elnour, A.A.M., Abdurahman, N.H., Musa, K.H., Rasheed, Z. (2023). Prebiotic potential of gum Arabic for gut health. International Journal of Health Sciences, 17 (6): 4-5.
  • Ewees, M.G., Messiha, B.A.S., Abo-Saif, A.A., Abd El-Latif, H.A.E-T. (2016). Is Coenzyme Q10 Effective in Protection against Ulcerative Colitis? An Experimental Study in Rats. Biol. Pharm. Bull., 39, 1159-1166.
  • Fang, Y., Polk, D.B. (2011). Probiotics and immune health. Curr Opin Gastroenterol, 27(6): 496–501.
  • Félix, A.P., Netto, M.V.T, Murakami, F.Y., de Brito, C.B.M., de Oliveira, S.G., Maiorka, A. (2010). Digestibility and fecal characteristics of dogs fed with Bacillus subtilis in diet. Ciência Rural, Santa Maria, 40 (10): 2169–2173.
  • Félix, A.P., Zanatta, C.P., Brito, C.B.M., Murakami, F.Y., França, M.I., Maiorka, A., Flemming, J.S. (2009). Suplementação de mananoligossacarídeos (MOS) e uma mistura de aluminosilicatos na qualidade das fezes de cães adultos. Arch Vet Sci, 14: 31-35.
  • Flickinger, E.A., Van Loo, J., Fahey Jr, G.C. (2003a). Nutritional responses to the presence of inulin and oligofructose in the diets of domesticated animals: A review. Cr. Rev. Food Sci. Nutri., 43: 19–60.
  • Floch, M.H., Walker, W.A., Guandalini, S. (2008). Recommendations for Probiotic Use. J Clin Gastroenterol, 42: S104–S108.
  • Gamet, L., Daviaud, D., Denis‐Pouxviel, C., Remesy, C., Murat, J.-C. (1992). Effects of short‐chain fatty acids on growth and differentiation of the human colon‐cancer cell line HT29. International Journal of Cancer, 52 (2): 286–289.
  • Garrido-Maraver, J., Cordero, M.D., Oropesa-Avila, M., Vega, A.F., de la Mata, M., Pavon, A.D., Alcocer-Gomez, E., Calero, C.P., Paz, M.V., Alanis, M., de Lavera, I., Cotan, D., Sanchez-Alcazar, J.A. (2014). Clinical applications of coenzyme Q10. Front Biosci (Landmark Ed)., 19: 619-33.
  • Ghadban, G.S. (2002). Probiotics in broiler production - a review. Archives Geflugelk, 66 (2): 49–58.
  • Gregório ,B.J.R., Pereira, A.M., Fernandes, S.R., Matos, E., Castanheira, F., Almeida, A.A., Fonseca, A.J.M., Cabrita, A.R.J., Segundo, M.A. (2020). Flow-based dynamic approach to assess bioaccessible zinc in dry dog food samples. Molecules, 25: 1333. doi:10.3390/molecules25061333
  • Grela, E.R., Sobolewska, S., Kowalczuk-Vasilev, E., Krasucki, W. (2014a). Effect of dietary inulin source on piglet performance, immunoglobulin concentration, and plasma lipid profile. Bull. Vet. Inst. Pulawy., 58: 453–458.
  • Hahn, K.A., Carpenter, R.H. (2008). Calcium aluminosilicate (CAS) in the treatment of intractable diarrhea in dogs with cancer. Intern J Appl Res Vet Med, 6: 181-184.
  • Hedin, C. Whelan, K. Lindsay, J.O. (2007). Evidence for the use of probiotics and prebiotics in inflammatory bowel disease: a review of clinical trials. Proc. Nutr. Soc., 66: 307-315.
  • Hussein, H.S., Flickinger, E.A., Fahey, G.C. (1999). Petfood Applications of Inulin and Oligofructose. Journal of Nutrition, 129 (7): 1454S-1456S.
  • Igarashi, H., Maeda, S., Ohno, K., Horigome, A., Odamaki, T., Tsujimoto, H. (2014). Effect of oral administration of metronidazole or prednisolone on fecal microbiota in dogs. PLoS ONE, 9: e107909.
  • Ito, M., Deguchi, Y., Miyamori, A., Matsumoto, K., Kikuchi, H., Matsumoto, K., Kobayashi, Y., Yajima, T., Kan, T. (1990). Effects of administration of galactooligosaccharides on the human faecal microflora, stool weight and abdominal sensation. Microbial Ecology in Health and Disease, 3(6): 285–292.
  • Judy, W. (2021). The Instability of the Lipid-Soluble Antioxidant Ubiquinol: Part 2–Dog Studies. Integrative Medicine, 20 (5): 26–30.
  • Kolida, S., Gibson, G.R. (2007). Prebiotic capacity of inulin-type fructans. J. Nutr., 137: 2503–2506.
  • Kozłowska, I., Marć-Pieńkowska, J., Bednarczyk, M. (2015). Beneficial aspects of inulin supplementation as a fructooligosaccharide prebiotic in monogastric animal nutrition – A REVIEW. Ann. Anim. Sci., 16: 315–331.
  • Lekarski, P.M., Towarzystwa Lekarskiego, O.P. (2021). Efficacy of coenzyme Q10 in supportive therapy of the cardiovascular diseases and in the prevention of cardiotoxicity caused by chemotherapy. Pol Merkur Lekarski, 49 (290): 158-161.
  • Lin, C.Y., Alexander, C., Steelman, A.J., Warzecha, C.M., de Godoy, M.R.C., Swanson, K.S. (2019). Effects of a Saccharomyces cerevisiae fermentation product on fecal characteristics, nutrient digestibility, fecal fermentative end-products, fecal microbial populations, immune function, and diet palatability in adult dogs. Journal of Animal Science, 97: 1586–1599.
  • Ljungh, A., Wadström, T. (2006). Lactic acid bacteria as probiotics. Curr Issues Intest Microbiol., 7 (2): 73-89.
  • Louis, P., Flint, H.J. (2009). Diversity, metabolism and microbial ecology of butyrate producing bacteria from the human large intestine. FEMS Microbiology Letters, 294 (1): 1–8.
  • Lowe, J.A., Wiseman, J. (1998). A Comparison of the Bioavailability of Three Dietary Zinc Sources Using Four Different Physiologic Parameters in Dogs. J. Nutr., 128: 2809S–2811S.
  • Lowe, J.A., Wiseman, J., Cole, D.J.A. (1994). Absorption and Retention of Zinc when Administered as an Amino-Acid Chelate in the Dog. The Journal of Nutrition, 124 (12): 2572S–2574S.
  • Macfarlane, S., Macfarlane, G.T., Cummings, J.H. (2006). Review article: prebiotics in the gastrointestinal tract. Alimentary Pharmacology & Therapeutics, 24: 701–714.
  • Maia, G.V.C., Saad, F.M.O.B., Roque, N.C., França, J., Lima, L.M.S., Aquino, A.A. (2010). Zeólitas e Yucca schidigera em rações para cães: palatabilidade, digestibilidade e redução de odores fecais. R Bras Zootec, 39: 2442-2446.
  • Maissen-Villiger, C.A., Schweighauser, A., van Dorland, H.A., Morel, C., Bruckmaier, R.M., Zurbriggen, A., Francey, T. (2016). Expression Profile of Cytokines and Enzymes mRNA in Blood Leukocytes of Dogs with Leptospirosis and Its Associated Pulmonary Hemorrhage Syndrome. PLoS One, 11(1): e0148029.
  • Makielski, K., Cullen, J., O’Connor, A., Jergens, A.E. (2019). Narrative review of therapies for chronic enteropathies in dogs and cats. J. Vet. Intern. Med., 33: 11–22.
  • Mantle, D., Heaton, R.A., Hargreaves, I.P. (2021). Coenzyme Q10 and Immune Function: An overview. Antioxidants (Basel), 10 (5): 759.
  • Marshall-Jones, Z.V., Baillon, M.A., Croft, J.M., Butterwick, R.F. (2006). Effects of Lactobacillus acidophilusDSM13241 as a probiotic in healthy adult cats. Am J Vet Res, 67 (6): 1005-1012.
  • Middelbos, I.S., Fastinger, N.D., Fahey, G.C. Jr. (2007a). Evaluation of fermentable oligosaccharides in diets fed to dogs in comparison to fiber standards. J. Anim. Sci., 85: 3033–3044.
  • Newburg, D.S., Ko, J.S., Leone, S., Nanthakumar, N.N. (2016). Human Milk Oligosaccharides and Synthetic Galactosyloligosaccharides Contain 3′-, 4-, and 6′-Galactosyllactose and Attenuate Inflammation in Human T84, NCM-460, and H4 Cells and Intestinal Tissue Ex Vivo. The Journal of Nutrition, 146 (2): 358–
  • Nguyen, T.L., Durán, R.V. (2018). Glutamine metabolism in cancer therapy. Cancer Drug Resist, 1: 126-138.
  • Niness, K.R. (1999). Inulin and oligofructose: What are they? J. Nutr., 129: 1402–1406.
  • Nybroe, S., Horsman, P.B., Krag, K., Hosbjerg, T.G., Stenberg, K., Khakimov, B., Baymler, J., Bjørnvad, C.R., Kieler, I.N. (2023). Alterations in Healthy Adult Canine Faecal Microbiome and Selected Metabolites as a Result of Feeding a Commercial Complete Synbiotic Diet with Enterococcus faecium NCIMB 10415. Animals, 13: 144.
  • Okazaki, M., Fujikawa, S., Matsumoto, N. (1990). Effect of Xylooligosaccharide on the Growth of Bifidobacteria. Bifidobacteria Microflora, 9 (2): 77–86.
  • Olano-Martin, E., Gibson, G. R., Rastell, R. A. (2002). Comparison of the in vitro bifidogenic properties of pectins and pectic-oligosaccharides. Journal of applied microbiology, 93(3), 505–511.
  • Olano-Martin, E., Williams, M. R., Gibson, G. R., Rastall, R. A. (2003). Pectins and pectic-oligosaccharides inhibit Escherichia coli O157:H7 Shiga toxin as directed towards the human colonic cell line HT29. FEMS microbiology letters, 218(1), 101–105.
  • Paap, P., van der Laak, J., Smit, J., Nakamura, N., Beynen, A. (2016). Administration of Bacillus subtilis C-3102 (Calsporin®) may improve feces consistency in dogs with chronic diarrhoea. Research Opinions in Animal and Veterinary Sciences, 6: 256–260.
  • Pellegrini, O., Casini, L., Gatta, D. (2009). Zeoliti ed alimentazione animale: effetto della somministrazione di Clinoptilolite sulla salute, digeribilità e produzioni fecali nel cane. Veterinaria, 23 (1): 33-39.
  • Pereira, A.M., Maia, M.R.G., Fonseca, A.J.M., Cabrita, A.R.J. (2021). Zinc in Dog Nutrition, Health and Disease: A Review. Animals, 11: 978.
  • Pratt, V.C., Tappenden, K.A., McBurney, M.I., Field, C.J. (1996). Short-Chain Fatty Acid Supplemented Total Parenteral Nutrition Improves Nonspecific Immunity After Intestinal Resection in Rats. Journal of Parenteral and Enteral Nutrition, 20 (4): 264–271.
  • Rakebrandt, M. (2017). Assessment of the prebiotic effect of Biolex® MB40 with utilisation of the SCIMETM in-vitro system. Link: 10.-Assessment-of-the-Prebiotic-ettect-of-Bolex-MB40-on-canines.pdf (primeanimalhealth.com.au)
  • Rawi, M.H., Abdullah, A., Ismail, A., Sarbini, S.R. (2021). Manipulation of Gut Microbiota Using Acacia Gum Polysaccharide. ACS Omega, 6: 17782-17797.
  • Roberfroid, M.B., Bornet, F. Bouley, C. Cummings, J.H. (1995). Colonic microflora: nutrition and health. Nutr. Rev., 53: 127-130.
  • Rodrigues, A.K.S., Silva, G.B., Almeida, T.L.A.C., Borba, N.M., Cordeiro Manso, H.E.C.C., Manso Filho, H.C. (2017). Effects of glutamine and glutamate supplementation in dogs with hemorrhagic enteritis. Comp Clin Path, 26: 315-320.
  • Rose, L., Rose, J., Gosling, S., Holmes, M. (2017). Efficacy of a Probiotic-Prebiotic Supplement on Incidence of Diarrhea in a Dog Shelter: A Randomized, Double-Blind, Placebo-Controlled Trial. J. Vet. Intern., 31: 377–382.
  • Saettone, V., Biasato, I., Radice, E., Schiavone, A., Bergero, D., Meineri, G. (2020). State-of-the-Art of the Nutritional Alternatives to the Use of Antibiotics in Humans and Monogastric Animals. Animals, 10 (12): 2199.
  • Saini, R. (2011). Coenzyme Q10: The essential nutrient. J Pharm Bioallied Sci., 3 (3): 466–467.
  • Salminen, S., Collado, M.C., Endo, A., Hill, C., Lebeer, S., Quigley, E.M.M., Sanders, M.E., Shamir, R., Swann, J.R., Szajewska, H., Vinderola, G. (2021). The International Scientific Association of Probiotics and Prebiotics (ISAPP) consensus statement on the definition and scope of postbiotics. Nature Reviews Gastroenterology & Hepatology, 18: 649–667.
  • Salminen, S. et al. (1998). Demonstration of safety of probiotics - a review. International Journal of Food Microbiology, 44: 93–106.
  • Schauf, S., Nakamura, N., Castrillo, C. (2019). Effect of Calsporin® (Bacillus subtilis C-3102) addition to the diet on faecal quality and nutrient digestibility in healthy adult dogs. Journal of Applied Animal Nutrition, 7 (3): 1–8.
  • Seifert, S. Watz, l.B. (2007). Inulin and oligofructose: review of experimental data on immune modulation. J. Nutr., 137: 2563-2567.
  • Shukla, S., Dubey, K.K. (2018). Coq10 a super-vitamin: Review on application and biosynthesis – 3 biotech., 8 (5): 249.
  • Simpson, J.W. (1998). Diet and Large Intestinal Disease in Dogs and Cats. The Journal of Nutrition, 128 (12): 2717–2722.
  • Sparkes, A.H., Papasouliotis, K., Sunvold, G., Werrett, G., Gruffydd-Jones, E.A., Egan, K., Gruffydd-Jones, T.J., Reinhart, G. (1998). Effect of dietary supplementation with fructo-oligosaccharides on fecal flora of healthy cats. Am J Vet Res, 59 (4): 436–440.
  • Strickling, J.A., Harmon, D.L., Dawson, K.A., Gross, K.L. (2000). Evaluation of oligosaccharide addition to dog diets: influences on nutrient digestion and microbial populations. Animal Feed Science and Technology, 86 (3-4): 205–219.
  • Suez, J., Elinav, E. (2017). The path towards microbiome-based metabolite treatment. Nature Microbiology., 2: 17075.
  • Swanson, K., Fahey, G. (2004). The Role of Yeasts in Companion Animal Nutrition. Dept. of Animal Science, University of Illinois, International Symposium “Natural Technologies for Food Production”.
  • Swanson, K., Grieshop, C.M., Flickinger, E.A., Bauer, L.L., Chow, JM, Wolf, B.W., Garleb, K.A., Fahey, G.C. Jr. (2002). Fructooligosaccharides and Lactobacillus acidophilus modify gut microbial populations, total tract nutrient digestibilities and fecal protein catabolite concentrations in healthy Adult dogs. Journal of Nutrition, 132: 3721–3731.
  • Swanson, K.S., Gibson, G.R., Hutkins, R., Reimer, R.A., Reid, G., Verbeke, K., Scott, K.P., Holscher, H.D., Azad, M.B., Delzenne, N.M., Sanders, M.E. (2020). The International Scientific Association for Probiotics and Prebiotics (ISAPP) consensus statement on the definition and scope of synbiotics. Gastroenterology & Hepatology, 17: 687-701.
  • Tachampa, K., Lertwanakarn, T., Atchariyasakchai, P., Pumpitakkul, V., Kireewan, S., Buranakarl, C. (2018). Effects of coenzyme Q10 supplementation on cardiac troponin I level, heart rate variability, and echocardiographic profiles in canine with myxomatous degenerative mitral valve disease: a pilot study. Thai J Vet Med, 48 (3):
  • Tan, J., McKenzie, C., Potamitis, M., Thorburn, A.N., Mackay, C.R., Macia, L. (2014). The role of short-chain fatty acids in health and disease. Advances in Immunology 121: 61–119.
  • Terada, A., Hara, H., Oishi, T., Matsui, S., Mitsuoka, T., Nakajyo, S., Fujimori, I., Hara, K. (1992). Effect of Dietary Lactosucrose on Faecal Flora and Faecal Metabolites of Dogs. Microbial Ecology in Health and Disease, 5 (2): 87–92.
  • Tortola, L., Brunetto, M.A., Zaine, L., Vasconcellos, R.S., Oliveira, M.C.C., Nogueira, S.P., Carciofi, A.C. (2009). The use of psyllium to control constipation in dogs. Ciência Rural, Santa Maria, 39 (9): 2638-2641.
  • Watzl, B., Girrbach, S., Roller, M. (2005). Inulin, oligofructose and immunomodulation. British Journal of Nutrition, 93, Suppl. 1: 49–55.
  • White, S.D., Bourdeau, P., Rosychuk, R.A.W., Cohen, B., Bonenberger, T. , Fieseler, K.V., Ihrke, P., Chapman, P.L., Schultheiss, P., Zur, G., Cannon, A., Outerbridge, C. (2001). Zinc-responsive dermatosis in dogs: 41 cases and literature review. Vet Dermatol ,12 , 101-109.
  • Wikiera, A., Irla, M., Mika, M. (2014). Prozdrowotne właściwości pektyn [Health-promoting properties of pectin]. Postepy higieny i medycyny doswiadczalnej (Online), 68, 590–596.
  • Wilson, S.M., Oba, P.M., Koziol, S.A., Applegate, C.C., Soto-Diaz, K., Steelman, A.J., Panasevich, M.R., Norton, S.A., Swanson, K.S. (2022). Effects of a Saccharomyces cerevisiae fermentation product-supplemented diet on circulating immune cells and oxidative stress markers of dogs. J Anim Sci., 1;100 (9): 245.
  • Zaitseva, O., Khudyakov, A., Sergushkina, M., Solomina, O., Polezhaeva, T. (2020). Pectins as a universal medicine. Fitoterapia, 146, 104676.
  • Zhao, X., Feng, X., Ye, N., Wei, P., Zhang, Z., Lu, W. (2021). Protective effects and mechanism of coenzyme Q10 and vitamin C on doxorubicin-induced gastric mucosal injury and effects of intestinal flora. Korean J Physiol Pharmacol., 25 (4): 261-272.
  • Zommiti, M., Chevalier, S., Feuilloley, M.G.J., Connil, N. (2022). Editorial Special Issue “Enterococci for Probiotic Use: Safety and Risk”: Editorial. Microorganisms, 10: 604.